Menü Über mich

Jos de Bruin


Mijn naam is Jos de Bruin en ik ben geboren in 1964. Reeds als kind wilde ik een hond hebben. Die liefde voor hondachtigen is tot op heden gebleven, zij het in een wat andere vorm. Al vroeg vond ik namelijk dat vele hondenrassen door de domesticatie (lees: de overdreven geselecteerde fokkerij door de mens) steeds verder van de natuur verwijderd raakten.

Zo zocht ik en leerde ik uiteindelijk de Saarlooswolfhond kennen. Een erkend hondenras met een scheutje wolf erin. In 1990 kreeg ik mijn eerste wolfhond. Een herplaatshond. Haar naam was Thajaska en zij was 6 maanden oud toen ik haar kreeg. Een geweldige hond. Zij kreeg een nest pups en daarvan hield ik haar zoon Borodin. In de loop der jaren volgden nog diverse andere wolfhonden.

Maar ook de wilde hondachtigen en wolven bleven mij interesseren. Om zoveel mogelijk over deze dieren te weten te komen ben ik gaan werken bij het Eberhard Trumler Station Wolfswinkel (een organisatie voor onderzoek naar huisdierwording). Ook bracht ik vaak bezoeken aan Werner Freund ('der Wolfsmensch'), ook in Duitsland, waar ik Bianca Hemminga heb leren kennen, die daar enkele jaren heeft gewerkt. Allebei wilden wij in nood geraakte wolven en wolfshybriden (=wolf x hond kruisingen) helpen en enkele jaren later hebben wij daarvoor samen de stichting Wolves-Unlimited opgericht.

In 1994 ontfermde ik mij over mijn eerste wolfshybride. Zijn vader was een Timberwolf en zijn moeder een kruising tussen een Duitse Herder en een Europese wolf. Theoretisch was het aandeel wolf in dit dier dus 75%. In eerste instantie zou hij door een wolvenopvang worden opgenomen, maar daar wilde men hem na het innen van de ondersteuningsgelden laten inslapen. Daarom nam ik hem zelf in huis.

Er volgde een turbulent leven, waarin ik meer over wolven heb geleerd als uit welk leerboek dan ook. Het begon hiermee, dat deze hybride mijn (nu ex-)vrouw niet accepteerde. Na veel ruzie werd ik uiteindelijk dakloos en stond ik met mijn wolfhonden en mijn hybride op straat. Evenals ik bij het Eberhard Trumler station veel over de taal der wolven had geleerd, zo leerde ik door dit zeer nauwe samenleven met deze hybride en mijn wolfhonden de wolventaal in vele facetten kennen.

Men kan zich vast wel voorstellen dat een leven op straat, in gezelschap van dit soort dieren, niet zonder problemen verliep. Mijn begeleider, de wolfshybride veroorzaakte nogal wat schade, zo heeft hij enkele geiten te pakken gekregen. Na ongeveer een half jaar moest ik hem helaas, maar noodgedwongen laten inslapen. Maar toen ontfermde mijn huidige echtgenote zich over mij en mijn wolfhonden. Zij had ook twee Saarlooswolfhonden.

Wij kochten samen een boerderijtje in Nederland en hielden ons in onze vrije tijd bezig met het oplossen van problemen rondom het houden van wolven en wolfshybriden. Daarbij hoorde ook het terugvinden van weggelopen wolven, wolfhonden en wolfshybriden. Tegelijkertijd ben ik een studie gaan volgen voor trainer en gedragstherapeut voor honden.

Toen kwamen ook onze eerste wolven: drie door de overheid in beslag genomen dieren, die later conform een rechterlijk besluit weer naar de oorspronkelijke eigenaar zijn teruggegaan. Daarna kwamen de volgende twee wolven die nog steeds bij ons zijn.

Door plaatsgebrek (er waren inmiddels ook twee mensenkinderen aan onze roedel toegevoegd) hebben wij in 2005 een huis in Duitsland gekocht, met een flink stuk grond. In het land derhalve waar zich inmiddels weer wilde wolven hebben gevestigd. Wolven in Duitsland staan onder strenge bescherming.

Naast deze twee wolven hebben wij in de loop der tijd nog verschillende hybriden, wolfhonden en dingo's opgevangen, deels tijdelijk.

Helaas hebben enkele van onze buren erg weinig begrip voor onze wolvenopvang. Het aloude Roodkapjesyndroom steekt hier de kop op. Hoewel onze twee wolven zo goed als nooit huilen is het namelijk juist het huilen waardoor onze buren zeggen zich gestoord te voelen. Het gevolg hiervan is dat wij wederom zullen moeten verhuizen. Maar nu wij daartoe toch genoodzaakt worden zijn wij aan het zoeken naar een groter grondstuk zodat wij wat meer in nood geraakte dieren kunnen opnemen. Wij willen ze tenslotte ook de ruimte kunnen geven.

Voor een gespecialiseerde uitleg over het houden van hybriden en bij problemen met hybriden zijn wij altijd bereikbaar. Ik ben het tegenover mijn toenmalige wolfshybride eenvoudig verschuldigd om mensen duidelijk te maken dat het niet bepaald eenvoudig is om goed met dit soort dieren om te gaan. Als men niet precies weet waar men aan begint moet men nooit aan dit soort dieren beginnen. Voor het houden van hybriden heeft men overigens een speciale vergunning nodig (in Duitsland) en men moet kunnen beschikken over een veilige en ruim verblijf. Hybriden zijn niet geschikt als huisdier!

Er bestaan overigens ook zogenaamde 'Spencer dogs', uit Amerika. Dit zijn voor het grootste deel wolfkruisingen die reeds enkele generaties lang worden gefokt en juridisch gezien bij de F5 (= de vijfde opvolgende generatie) als hond worden beschouwd.

Directe wolfshybriden zijn zeer zeker geweldige dieren, maar - zoals ik al eerder heb gezegd - zij zijn niet geschikt als huisdier. Zij eindigen daarom vaak in een asiel waar men deze dieren meestal moet laten inslapen omdat er geen land mee te bezeilen is. Met jonge dieren kan men nog wel overweg, maar zodra zij volwassen worden ontstaan er doorgaans zeer grote dominantie- en andere problemen.

Een raad: koop deze dieren nooit! Men moet deze dieren werkelijk veel kunnen bieden, zij zijn zeer moeilijk aan nieuwe baasjes te wennen en in een pension of asiel hebben zij geen leven. De erkende wolfhondenrassen hebben slechts een klein gedeelte wolf in zich en zij worden geheel als hond beschouwd. Maar zelfs dit kleine aandeel wolf dat deze honden in zich hebben maakt het ook voor hen moeilijker zich in een pension of asiel te handhaven.

Jos de Bruin
 
  www.wolf-auffang.de